degrivelletjes-usa.reismee.nl

Washington D.C

Vanmorgen moesten we vroeg op, want we gingen naar Washington. Met het openbaar vervoer. En dat is hier in de States heel anders geregeld dan bij ons thuis. Niks bussen die de hele dag volgens een bepaalde dienstregeling rijden. Hier is alleen een commuter bus die 's ochtends een aantal keren op en neer rijdt naar Washington en dan eind van de middag weer.

Uurtje of 7 ging de laatste bus, die wilden we hebben. Dus om 6 uur op. Gaap! We waren nog helemaal niet klaar met slapen.

De bus was mooi op tijd, we waren de eersten die instapten, dus we konden lekker voorin zitten. En zo reden we naar Washington. In de spits, dat wel, dus het was wel druk, maar anderhalf uur later stonden we op Independence Avenue. Op loopafstand van alle bezienswaardige overheidsgebouwen.

Het eerste gebouw dat we wilden bezoeken was The National Museum of the American Indian. Op weg daarheen kwamen we langs The Library of Congress (prachtige fontein!) en The Supreme Court. Daar overgestoken en door de "tuin" van the United State Capitol langs dat gebouw gelopen. Helaas bleek het toen nog wat te vroeg om naar binnen te mogen. Even op een randje in het gras gelegen. Het was al behoorlijk warm, dus dat was geen probleem.

Om 10 mochten we naar binnen en wat was het de moeite waard! Vooral de verdieping waar we kennis konden maken met alle verschillende soorten Indianen die in Amerika wonen. En dan met name hun gebruiken, ideeën, geloven, dat soort zaken. Erg interessant. Na nog een film en een rondje over de interactieve kinderafdeling waren we anderhalf uur verder. Tijd voor onze volgende stop. Maar eerst wat eten! Dat kon op het grasveld tussen de gebouwen in. Lekker ranzig broodje bij een duur tentje. Met entertainment van een paar megatamme eekhoorntjes.

Hierna stond The National Archives op het programma. Vooral omdat we America's Founding Documents wilden zien. De originelen van The Declaration of Independence, The Constitution & The Bill of Rights. In een prachtige zaal lagen die daar uitgestald. Een hele bataljon bewaking erbij. En daar mochten we tezamen met nog een stuk of honderd andere toeristen langs schuifelen. Mooi gedaan, interessant, indrukwekkend zelfs.

Weer buiten merkten we dat we toch wel heel gaar waren al. Het was zo heet, zo vreselijk heet. En we waren al uren op de been. Eigenlijk wilden we wel weer naar huis. Maar niet voor we bij The White House waren geweest. Een flinke tippel, maar een must.

Uiteraard konden we niet naar binnen, maar foto's buiten was ook leuk. En toen konden we op zoek naar de bushalte. Die bleek een behoorlijk eind verderop. We overwogen een taxi naar de bushalte te nemen (nee, niet decadent, het was zo heet ....), maar zijn toch maar gaan lopen. Onderweg nog een lekker ijsje gehaald voor de nodige afkoeling. En net toen we het echt niet meer trokken, kwamen we langs het Information Center van het Witte Huis. Airco! Gauw naar binnen! En dat bleek een geweldig idee. Wat een hartstikke leuke uitstalling hadden ze daar! Ook hier hebben we een uur rondgedwaald voor we alles gezien hadden wat we wilden zien. Ook hier een kerstbal gekocht als souvenir en toen op naar de bus.

De afgelopen dagen

We zijn even een paar dagen uit de lucht geweest. Maar ook echt veel is er niet gebeurd.

We zijn nu in Ellicott City in Maryland. Op bezoek bij Theo’s broer Eric en zijn vrouw Nicoline. Die zien we normaliter niet zo vaak, want de afstand.

Voor we naar hen vertrokken afgelopen vrijdag wilden we woensdag graag nog zwemmen. Dus wij naar onze vaste plekkie: Sparks Marina. Bleek de boel daar dicht. Want de scholen zijn weer begonnen in Reno en de lifeguards zijn allemaal een jaar of 16 en DUS niet aanwezig. Tja, en dan mag je het water niet in. Nog niet met een teen. De ranger die ons sip zag kijken gaf ons de tip dat bij een hotel verderop een semi-public pool was. Dus daar zijn we heen gegaan. Heerlijk, de hele middag in een groot zwembad, bedje erbij. Lekker hoor.

En de dag erna, donderdag, zijn we nog een keer naar de shooting-range geweest. Merel wilde dolgraag nog een keer schieten, maar dan wel met een zwaarder kaliber. En het leek Theo bij nader inzien toch ook wel lollig om een keer te proberen. Mijn schouder speelt momenteel nogal op (ik heb een peesontsteking die een frozen shoulder probeert te bewerkstelligen) en het leek mee daarom handig om die niet te gaan plagen met opvangen van terugslag en zo. Foto’s maken ging gelukkig wel.

Dit keer hebben we drie verschillende wapens gevraagd en gekregen: een Beretta, een Luger en een Smith & Wesson. Alle drie 9 mm. Dat was voor Merel wel andere koek dan dat proppenschietertje van vorige week. Erg leuk vond ze het. Toen de doos met munitie leeg was, was het welletjes.

En vrijdagochtend vlogen we dus door naar Baltimore. Om half 7 kwam de taxi die ons naar de airport in Reno bracht. Daarvandaan vlogen we in anderhalf uur naar Phoenix en een uurtje later al vertrok ons vliegtuig naar Baltimore. Daar kwamen we na 4 uur in plaats van de gepland 4œ uur al aan.

Vrijdagavond kwam Mark, de jongste neef van Merel, ook aan want zaterdag zou hij met ons meegaan naar SixFlags. En dat deden we.

We “treffen” het qua weer, want het is hier in jaren niet zo bloody hot geweest als deze week. Temperaturen van rond de 100 graden Fahrenheit, maar met een vochtigheidsgraad van 80%.

Het eerste wat we daarom in SixFlags deden was in een waterattractie gaan waarin je lekker nat werd. Daarna zijn we een paar keer in de splash-zone van diezelfde attractie gegaan tot we letterlijk tot op de draad nat waren en het water uit onze kleren droop. Ha, lekker verkoelend. En zo zijn we het park rondgegaan.

Heerlijk in bijna alle achtbanen. “Bijna” omdat er een paar af en toe even niet werkten.

Wat een creativiteit hebben die achtbanenbouwers toch. Niks alleen maar in een karretje zitten en vooruit, nee, we hebben ook in een achtbaan gestaan, op ons rug gelegen, onder de baan gehangen. Je kan het zo gek niet verzinnen. Erg leuk.

Begin van de middag werd het toch wel heel heet en zijn we een restaurant met flinke airco in gevlucht. Uurtje later weer terug naar de splas-zone, ons nog een nat laten spatteren en toen de laatste attracties gedaan. Om 5 uur waren we het zat en zijn we weer naar huis gegaan. Erg leuk.

’s Avonds nog een Ronald Goedemondt gekeken met de hele familie en toen bijtijds naar bed.

Zondag uitgeslapen, beetje rondgehangen en ’s middags naar het zwembad gegaan. Mark was alweer naar huis, anders had ie met ons mee kunnen gaan uit eten. Op de terugweg kwamen we in een thunderstorm terecht waar de honden geen brood van lusten.

En toen was ook deze zondag voorbij. Morgen een dagje hangen (het is gewoon te heet om iets te doen), misschien wat zwemmen. En overmorgen gaan we dan naar Washington DC, het Smithsonian bezoeken.

Annie ... uh .... Merel, get your gun!

We zitten nu natuurlijk in Reno, en dat ligt in Nevada. En in Nevada zijn de wapenwetten wat makkelijker dan elders. Zo heeft iedereen het recht een wapen te bezitten en heb je geen state permit nodig om er Ă©Ă©n te kopen. Sterker nog, me mag erzelfs 3 inje auto hebben liggen, als je ermaar niet bij kunt tijdens het rijden.

Je mag een wapen openlijk dragen op straat. Maar als je het "concealed" wilt dragen (dus in een okselholster of in je broekband onder je shirt ofzo) dan mag dat na het volgen van een cursus van een dag.
64% van de bevolking van Nevada heeft zo’n permit. En draagt dus een wapen.

Als je met een auto met Nevada kenteken naar Canada gaat is het vrij gebruikelijk dat je auto uitgebreid doorzocht wordt, vertelde Walther ons.

Nou is het zo dat ik dat al jaaaaaren eens wil, schieten met een echt wapen. En dan bedoel ik een "handgun". Dus een pistool of revolver of hoe zo'n ding ook heet. Niet met een luchtbuks.
Gewoon, om te voelen/ervaren hoe dat is.

Dus toen Walther dat hoorde, stelde hij meteen voor dat te gaan doen. Iedereen kan hier zomaar naar een shooting range gaan en (leren) schieten. Niks geen gedoe met eerst lidmaatschap en aansluiten bij een bond en een bewijs van goed gedrag. Gewoon ernaartoe legitimeren, verklaring tekenen en GO!

Nou dat leek me wel wat. EnMerel ook.Want kinderen mogen gewoonook! Als er maar een volwassene voor ze instaat.

Ha, leuk, dat gingen we doen.

Superleuke vent bij de shooting range ging ons lieftallige blonde dames wel even leren hoe het moest. Dat de enige man in ons gezelschap echt niet geĂŻnteresseerd was om te leren schieten, kon hij niet begrijpen, maar so bei t.

Voor Merel pakte hij een .22 handgun. Echt een vrouwenwapen, want het past gewoon in je handtas. De kogels zijn zo dik als een potlood en een paar centimeter lang. Dan denk je misschien “Pff, wat een klein iepedingetje met kleine kogeltjes, da’s toch helemaal niet gevaarlijk?”. Maar het is de nachtmerrie van elke arts, vertelde de instructeur. De kleine kogeltjes van dit wapen gaan namelijk gewoon naar binnen, maar komen er niet meer uit. Ze ricocheren in je lichaam en maken dan van alles stuk. Artsen moeten zoeken naar waar ie gebleven is. Heel akelig.

Ik had gehoopt dat ik ook met zo’n klein dingetje zou beginnen, want ik vond het toch wel een beetje eng. Maar nee, ik kreeg een .9 Beretta in m’n hand.( Ik had speciaal gevraagd om het merk Beretta omdat een vriendinnetje van mij (Anouschka, ken je die nog, Yessica?) zo van haar achternaam heet. Vonnik wel geinig)
Oei, best zwaar. En groot. En de kogels ook. Veel groter dan die van Merel 
. Slik.

Eerst kregen we een uitgebreide uitleg inclusief heel strenge safety instructions. De instructeur liet ons zien hoe je de clip die in het handvat ging moest vullen met kogels, wat je moest doen als het wapen vastliep (ontploffen in je hand is onzin, gebeurt alleen in strips en films) en toen alles duidelijk was, kregen we oordoppenen een veiligheidsbril op gingen we naar de shooting range zelf. Toen werden we toch wel een beetje zenuwachtig allebei.

Maar na een herhaling van de uitleg en het eerste schot, werd dat al snel minder. En na nog een paar keer werd het leuk. En zo schoten we allebei zomaar een doos munitie leeg.

De poster waarop we richtten stond een silhouet van een mens en daarop een soort roos. In het midden een rood vlakje, dat moest je zien te raken. Maar er omheen zaten ook nog ringen met cijfers en zo kon je dan punten scoren. Dat ging ons allemaal wat te ver, wij probeerden gewoon zo goed mogelijk op het midden te richten. En weet je wat? Dat ging eigenlijk best wel heel erg goed. Zeker voor de eerste keer.

Onze instructeur probeerde ons nog over te halen nog wat zwaarder geschut te proberen. Zoals een revolver of een geweer of zelfs een volautomatisch machinegeweer. Zo’n ding à la Rambo met zo’n slinger van kogels om je nek. Echt, het kon daar gewoon, geen probleem. Maar dat trok ons toch echt niet. Dit was heel bijzonder geweest, hier moesten we het maar bij laten. De posters met gaten mochten we meenemen, die gaan thuis aan de muur. Zo’n bijzonder souvenir hebben we nooit meegenomen.

Vanavond zijn we heerlijk sushi wezen eten met Walther en Suzan om ze nogmaals heel hartelijk te bedanken voor het gebruik van hun huis. Zij vertrekken morgenochtend naar Hawaii en dan zien we ze voorlopig niet meer. Wij blijven nog een paar daagjes in Reno. Beetje luieren, beetje zonnen, beetje zwemmen en heel misschien gaan we nog wel een keer terug naar de shooting range 
 Nu het nog kan 
. Want hoewel we geen voorstanders van wapenbezit zijn en we er niets van snappen dat het allemaal zo makkelijk lijkt te gaan hier, was het stiekem toch wel heel leuk.

Yosemite National Park en thuiskomst

Onze laatste dag van ons rondje ging vandaag door Yosemite. Een lange rit, 5œ uur.

Wat ons als eerste opviel in Yosemite is het grote aantal dode bomen. Nou zijn we er in alle parken veel tegengekomen, maar meestal was de oorzaak dan brand geweest. Maar hier was dat duidelijk niet zo. Want hier stonden de dode bomen gewoon tussen bomen waar niets mee aan de hand was. Zo triest. Misschien wel 10% van alle bomen was bruin.
Dat blijkt te komen door de toegenomen droogte door global warming. Daardoor hebben de bomen minder weerstand tegen torretjes, schimmels en mijten en gaan ze eerder dood. Een punt van grote zorg, maar weinig aan te doen helaas.

Ondanks dat was het een mooie rit. Kronkelweggetjes door de bergen met veel bos en bomen. Merel was blij dat ze haar laptop met films bij zich had. Die had het wel een beetje gehad met al dat bomengeneuzel.

Maar er was meer dan bomen. Als je door Yosemity de doorgaande weg kiest van zuid naar noord, kom je automatisch door Yosemity Valley. En daar is de main attraction niet het bos, maar de rotsen. Twee daarvan zijn echt heel beroemd: El Capitan aan het begin van de vallei en Half Dome aan het eind. Ineens zie je ze verschijnen en wow, wat een indrukwekkende aanblik. Een massieve kale rotswand, recht omhoog zo’n beetje van 7500 voet hoog. En redelijk vrijstaand ook.

De weg die we volgden reed er onderlangs en ik was al een tijdje om me heen aan het kijken waar ik er een mooie foto van kon maken. Oopeens zag ik op een open plek naast de weg een stel mannen zeer professioneel uitziende camera’s opstellen richting de berg. Ik vermoedde dat het professionele fotografen waren die een foto van de berg gingen maken. Nou, daar wilde ik dan graag even naast gaan staan met mijn gewone huis-,- tuin en keukencameraatje. Gauw gestopt en erheen gelopen.

Bleken het geen fotografen te zijn, maar park rangers. En hun “camera’s” bleken zeer geavanceerde verrekijkers. Want wat was er aan de hand? Twee teams klimmers waren op twee verschillende plekken El Capitan aan het beklimmen en die kon je daar als voorbijganger bekijken.

El Capitan beklimmen is niet iets wat je even in een middagje doet als klimmer. Nee, daar ben je gerust 3 tot 5 dagen mee zoet. Je slaapt dus ook op/aan de berg. De klimmers die aan de linkerkant omhoog klimmen kunnen’s avonds hun slaapzak meestal wel uitrollen op een richel van een meter of 3 breed, maar de klimmers die aan de rechterkant omhoog gaan, moeten een soort brancard meesjouwen. Die hangen ze dan met haken aan de bergwand en daar slapen ze dan in.

De rillingen lopen over m’n lijf bij het idee alleen al. Brrrr.

Vlak bij waar de rangers stonden liep een bergbeekje met een klein zandstrandje. Merel is natuurlijk altijd te porren voor een zwemmetje, zo ook hier. Maar toen ze haar grote teen ondergedompeld had in het heerlijk heldere water, besloot ze toch maar gewoon droog te blijven. Iets te koud.

Dus wij weer in de auto en door. Her en der nog gestopt voor een foto en zo kwamen we aan het eind van het park.

Tweeën een half uur later waren we weer thuis in Reno. Moe, doodmoe, maar vol met indrukken en herinneringen die nooit meer weg gaan, hopen we.

Morgen de auto terug, boodschappen doen en dan een week lang vakantie vieren met zonnen, zwemmen, hangen en uitslapen. Heerlijk.

Sequoia & Kings National Park

Vandaag stond Sequoia & Kings Canyon National Park op het programma.

Daar is Theo zo’n 15 jaar geleden ook geweest en dat had grote indruk gemaakt. Hij wilde het ook graag aan ons laten zien. Maar wat was er veel veranderd in die jaren. Ten eerste waren de Sequoia’s die Theo zich zo levendig herinnerde niet meer bereikbaar voor het publiek. Stond een hek voor, mocht niet overheen. Maar ook het aantal sequoia’s dat we zagen was een stuk minder dan hij zich herinnerde.

Nou zijn er twee plekken waar je veel sequoia’s zou moeten kunnen zien in dat National Park, maar Ă©Ă©n daarvan is momenteel niet toegankelijk voor bezoekers, omdat ze dat net een gecontroleerde brand hebben laten woeden. Dat is nodig voor het voortbestaan van de sequoia’s omdat die alleen groeien uit een zaadje en dat zaadje zit in een dennenappel zo groot als een kippenei. En die dennenappel zit dicht met hars. En alleen extreme hitte kan dat wegsmelten en dus de weg naar buiten voor het zaadje vrijmaken. Als er dus nooit brand woedt, sterft de seqoia uiteindelijk uit. Nou kan dat wel even duren, hoor, want deze bomen kunnen wel 3000 jaar oud worden.

Er zijn dus sequoia’s die al voor de oprichting van het Romeinse Rijk in het bos stonden. Onvoorstelbaar hù?

In het sequoia bos werden wij naar The General Sherman Tree, “de grootste boom ter wereld”, gelokt. Hadden wij nou net niet geleerd dat die hele grote Redwood in California het grootste levende organisme op de planeet was? Dat moesten we uitzoeken. En wat blijkt? Die Redwood is inderdaad de hoogste boom. Maar deze sequoia is de boom met de grootste massa. Hij is volledig massief en als je dus al het hout dat er op en aan zou wegen, zou hij de grootste zijn.

Okee, ook weer opgehelderd. Maar wij vinden het vergezocht en wat ons betreft is de Redwood gewoon de grootste. Hij zag er in ieder geval veel imposanter uit.

Behalve de sequoia’s wilden we ook heel graag naar de Chrystal Cave in dit park. Punt was alleen dat je daarvoor wel een toegangskaartje moest hebben, die waren online te koop maar voor vandaag uitverkocht. Dus het was even onzeker of het zou lukken. Gelukkig bleken ze bij het visitors center nog een paar kaarten te hebben liggen, dus we konden mee!

Moesten we ons wel waanzinnig haasten, want de tour begon over iets meer dan een uur en het was iets minder dan een uur rijden. Wij dus snel in de auto en over een kronkelweggetje waar de Alpen jaloers op mogen zijn naar het beginpunt van de tour. Op het nippertje hebben we het gehaald en daar gingen we.

Maar eerst door een bak ontsmettingsmiddel. Want er blijkt de afgelopen tijd een ware slachting onder vleermuizen plaats te vinden. Miljoenen zijn er al gestorven. Allemaal door White Nose Syndrome, veroorzaakt door een schimmel. Want wat gebeurt er? Een vleermuis gaat in winterslaap. En dan komt die schimmel en die vindt die vleermuis wel een lekker plekkie om te gaan zitten. Voornamelijk op z'n neus. Vandaar de naam. Maar ook op z'n oren en de vliezen van de vleugels. Nou is dat nog niet eens zo dodelijk, hoewel het immuunsysteem soms op hol kan slaan en de vleugels beschadigd kunnen raken, maar de voornaamste doodsoorzaak is dat de vleermuizen wakker worden uit hun winterslaap en dan sterven van kou of honger.

Sinds 2006, toen de schimmel voor het eerst ontdekt werd, zijn er al bijna 6 miljoen vleermuizen aan overleden. Hoofdoorzaak van overbrenging van de schimmel is waarschijnlijk bat-to-bat contact, maar omdat de schimmel opeens overal en nergens opduikt zonder dat vleermuizen daar met andere, al besmette exemplaren in aanraking zijn gekomen, vreest men nu dat mensen de schimmel van de ene naar de andere grot of mijn meenemen.

Nou, om dat tegen te gaan wil ik met alle liefde door een bakje desinfecteer stappen, hoor.

Toen dat gebeurd was, kon de wandeling beginnen. Eerst 100 meter een berg af (na de tour mochten we die fijn ook weer op. puf kreun) en toen de berg in. Het kristal uit de naam van de grot bleek te komen van de materie waaruit de grot was opgebouwd: kristal. Op een paar plekken stroomde er regelmatig water langs de wand van de grot en daar was er inderdaad wat glittering te zien van het kristal, maar verder was het gewoon een grijze grot. Beetje jammer wel. Daartegenover stond echter dat ze deze grot redelijk origineel gelaten. Het te volgen pad was op sommige plekken heel smal en de doorgangen echt nauw. Op een plekje moesten we er zelfs zijdelings doorheen, anders paste het echt niet. Leuk!

Na dit grotavontuur zijn we weer de berg op geklauterd en konden we weer door. Rijden we langs dat kronkelpaadje terug naar de doorgaande weg (die overigens ook een kronkelweg was, maar dan tweebaans) trapt Theo opeens op de rem. “Zagen jullie dat ook, daar in de bosjes naast de weg?” vroeg hij. Merel en ik hadden geen idee waar hij het over had. “Volgens mij zag ik een beer!”.
Wij omkijken en ja hoor, achter de auto lopen zomaar een moederbeer en een jong de weg op! Ik heb het fototoestel gegrepen en ben uit het raam gaan hangen om foto’s te kunnen maken. Moederbeer schrok daar wat van, dus die deed een paar stapjes achteruit, waardoor ze uit het zicht verdween. Maar de kleine bleef doodgemoedereerd op de weg zitten en keek ook nog even geïnteresseerd onze kant op. Leuk zeg, hebben we ook beren gezien!

Hierna is er niet echt veel spannends meer gebeurd. Althans, niet tot we in het hotel waren. Maar eerst het hotel zelf. Dat heb ik natuurlijk op internet geboekt en ik had wat foto’s gezien van de voorkant. Daarop had ik gezien dat het nogal een opvallende, beetje oranje kleur had.
Dus toen we vlak bij waar de tomtom aangaf dat het moest zijn een jetser van een gebouw op de berg zagen staan in dezelfde oranje-achtige kleur, konden we onze ogen niet geloven. Gingen we in dat kasteel (want daar lijkt het op) slapen? Ha, leuk!

En ja hoor, dat was ons hotel. Echt enorm. En wij slapen in “de toren” op de vijfde verdieping. Met een prachtig uitzicht over de tuinen.
Hartstikke chique en onderin een enorm casino.

Maar terug naar het spannends wat daar gebeurde: Merel en ik wilden (uiteraard) zwemmen. We waren bijna bij het zwembad, toen opeens het alarm afging in het hotel. Volledige ontruiming! Door de dichtstbijzijnde nooduitgang kwamen we bij het zwembad uit. De poolboy was nog net niet in paniek, maar liep wel driftig heen en weer en verdween uiteindelijk helemaal. Stonden we daar in ons bikinitje. En er kwamen steeds meer mensen bij. Sommigen waren van de elfde verdieping naar beneden komen lopen.

Gelukkig bleek het allemaal loos alarm, maar spannend was het wel!

Nog lekker uit eten geweest onderin het hotel. Bij een buffetrestaurant waar Merel en ik ons misdragen hebben bij het toetjesbuffet. Lekker joh, cheesecake met apple cobbler. En Merel kon het erg goed vinden met de softijsmachine en zijn toppingsvriendjes.

Dagje woestijn

Vandaag gingen we van Las Vegas naar Bakersfield. Een lange, saaie rit in de auto door de woestijn . We zijn niet door Death Valley gereden (wij vonden 114 graden Fahrenheit wel warm genoeg) maar onderlang. We zitten in een leuk hotel met een fijn zwembad, hebben gezwommen en zijn uit eten geweest en daarna naar bed.

Niets noemenswaardigs beleefd.

Las Vegas, dag 2

Onze tweede dag Vegas hebben we anders aangepakt. Nog moe en kreupel van gisteren hebben we ons voorgenomen niet meer zulke enden te gaan lopen. Maar we moesten nog naar het Hard Rock Café voor een shirt voor Theo en daar kan je ook ontbijten, dus vooruit, dat moest dan maar.

Op de terugweg kwamen we nog langs een winkel waar we ook echt even naar binnen moesten: een M&M’s shop. Vier (!) verdiepingen met alleen maar M&M’s merchandise. Topper was de wand met verschillende M&M’s. Ik dacht dat je een stuk of 4, 5 soorten had, maar het waren er veel meer. Naast natuurlijk melk, pinda en pindakaas (Hoi Yessica!) zag ik ook nog amandel, crunch, mint, pure chocolade. En dan waren er mini’s en extra grote. En heel veel verschillende kleuren.

Op de bovenste verdieping draaide zelfs een 4D film. Waar Merel en ik (natuurlijk) meteen heen wilden. En we hadden mazzel, want de eerste voorstelling begon net.
Hahaha, lachen hoor wat die rare Amerikanen allemaal verzinnen om hun merk te promoten.

Terug bij het hotel weer even lekker gezwommen en toen de auto gepakt. Want die is er natuurlijk ook nog. En we hadden ontdekt dat je praktisch overal gratis mag parkeren in de parkeergarages van de hotels. Maar eerst gingen we naar het oude gedeelte van Vegas, want daar vlakbij zit een mall met outlet stores, waaronder een Disneystore. Lekker rondgeneusd maar niets gekocht. De pop waar Merel haar zinnen had gezet hadden ze niet (meer). Maar we geven niet op, ze moet ergens te krijgen zijn.

Ondertussen had ik antwoord gekregen van Cirque du Soleil en kon ik via een wel werkend telefoonnummer alsnog kaarten voor vanavond bestellen. En wat voor kaarten! Op rij BB van het “balkon”. Dat is de tweede rij van de tweede ring. Echt supermooie plekken. En stukken beter dan wat ik zelf had kunnen boeken. Joepie!

Nou vermoed ik zomaar dat Cirque ons stiekem geupgrade heeft als troost voor de frustraties van gisteren. Ooit eerder namelijk hadden we kaarten voor Cirque in NL. en toen waren we op het laatste moment niet in de gelegenheid om te gaan. Achteraf pas contact gezocht met Cirque, ons ver haal gedaan en toen kregen we vrijkaarten voor de volgende show op de tweede rij beneden. Konden we bijna met onze voeten op het podium zitten.

Ja, Cirque de Soleil weet wel wat klantenservice is!

Dus helemaal blij gingen we vanavond naar de show en wat was het weer prachtig. Echt, voor wie nog nooit Cirque du Soleil heeft gezien: volgende keer dat ze in NL zijn: GAAN! Het is een rib uit je lijf, maar het is zo knap wat die gasten doen. Niet alleen de acts zijn fenomenaal, maar alles. De muziek (live), de aankleding, de afwerking, alles, alles, ALLES. Geweldig. Ook als je niet zo dol op circus bent. Toch doen.

De voorstelling was om 9 uur afgelopen. Theo wilde dolgraag nog naar The Fremont Street Experience. Freemont Street is in het oude centrum. Daar zitten ook The Golden Nugget, een wereldberoemd Casino. En daar moet ook ergens die cowboy op het dak staan die je vaak in films ziet. Maar we hebben ‘m niet gevonden.

Maar waar Fremont street bekend om is, is het dak boven de straat. Het is een soort videoscherm gemaakt van 12,5 miljoen ledlampjes en het is 500 meter lang en 30 meter breed. Samen vormen die the Viva Vision Lightshow. In HD heb je dan een enorme lichtshow boven je hoofd, begeleid door muziek uiteraard. Heel apart.

Wat je daar ook kon doen was de Zoomline. Een zipline ken je wel, dan word je in een harnas gehesen en dan ga zittend hangend van het ene punt naar het andere. De Zoomline in Fremontstreet lijkt daarop, maar daar ga je languit liggend met je buik naar beneden vlak onder dat enorme scherm door (zodat je omringd bent doordie film) over een lengte van bijna 600 meter. Wow, we zagen ze af en toe over komen met een vaartje, dat wilden Merel en ik ook wel! Helaas bleek er een wachttijd van een uur en het was al 10 uur en we waren zooooo moe 
. Dus hebben we het met pijn in ons hart laten schieten en zijn naar huis gegaan.

Las Vegas was een belevenis, veel indrukken, erg vermoeiend, maar heel bijzonder. Blij dat we er geweest zijn, maar ook fijn dat we morgen weer fijn kunnen uitrusten in de auto. Want morgen gaan we weer een dagje in de auto zitten. Naar Bakersfield, aan het eind van de woestijn.

Las Vegas, dag 1

Vandaag zijnwe aangekomen in Las Vegas. We zitten in een supergoedkoop hotelletje waar we eerst even over moesten slikken, want klein, geen koelkast en geen microwave. Geinig hoe snel je daar aan gewend raakt. Verwende nesten dat we zijn.

Maar toen we ons daar overheen hadden gezet en ons bedacht hadden dat we hier alleen maar gingen slapen en zwemmen, konden we er snel onze schouders ophalen. Sterker nog, het zwembad was zo geweldig, zo’n heerlijk zwembad hebben we nog niet eerder gehad. Minstens drie keer per dag liggen we erin met z’n drietjes. Errug prettug.

Goed, Vegas dus.

Deze eerste dag zijn we lopende de Strip af gegaan. Theo is hier al eens eerder geweest, maar voor mij en Merel natuurlijk is het voor eerst. Uiteraard hebben we de verhalen gehoord en menig in Vegas opgenomen film gezien, maar in het echt is het toch veel indrukwekkender. Wat een enorme hotels zijn het allemaal. Zo heb je bijvoorbeeld The Venician en daar hebben ze een replica van de Rialto brug gemaakt. Over water heen, dat als een kanaal het hotel in stroomt. En daarop varen Ventiaanse gondola’s. Aan de overkant heb je Le Mirage waar s’avonds een vulkaan uitbarst (zogenaamd natuurlijk, hù). Die staat in de “voortuin” van het hotel omringd door een waterpartij met cascades en al. Achterin het hotel hebben ze dolfijnen zwemmen en is er een dierentuin (voor de dieren van Siegfried en Roy). Echt, niets is te gek. Verzin iets, maakt niet uit hoe gek, doe er nog een schepje bovenop en je komt in de buurt.

Ondertussen was het wel ongeveer 110 graden (43 graden Celsius), dus erg vermoeiend. Gelukkig kan je overal gewoon naar binnen lopen en hebben de hotels meerdere in- en uitgangen, waardoor je telkens hele stukken airconditioned kan lopen. En zo waanzinnig als het buiten is, zo extravagant is het binnen. Toppunt was het Bellagio Hotel, maar dat is dan ook het duurste hotel van de Strip.

Veel hotels hebben ook attracties. Zo zijn Merel en ik in de beste achtbaan in tijden geweest bij Hotel NewYork NewYork. De achtbaan ga je in het hotel in, maar loopt er voorlangs en alles zit er in: hoog (ieieieiek!), over de kop, kurkentrekker, op, neer, rondjes racen, zalig.

Waar we niet geweest zijn, maar we wel heerlijk griezelend naar hebben staan kijken was The Stratosphere. Die heeft een toren van 350 meter en daar kan je in een soort octopus die z’n armen uitstrekt tot boven de afgrond. En op de punt van de toren kan je je naar boven laten schieten, waarna je weer hard naar beneden valt. Aargh, het idee alleen al. Dan toch liever op een smal paadje langs de Grand Canyon ;)

Tegen de tijd dat we bij het Treasure Island kwamen, waren we gesloopt. Warm, moe, blaren. Terug lopen was echt geen optie. Maar in Vegas rijdt ook een monorail die in het hotel tegenover ons hotelletje stopt. Dus die hebben we voor de terugweg genomen. Ah, lekker.

’s Avonds wilden we graag naar MystĂšre , Ă©Ă©n show van de shows van Cirque du Soleil die momenteel in Vegas spelen. Ik dacht dat wel even te regelen voor ik mij bij Merel en Theo in het zwembad zou vervoegen. Nou, fout gedacht. Wat ik ook probeerde, het lukte niet om af te rekenen. Ondertussen bleek er wel 4 keer een reservering op onze creditcard gemaakt voor de servicekosten Ă  $40 per keer. What went wrong?

Theater gebeld: die kon niets voor me betekenen. Nummer van het boekingsgebeuren gaf telkens een ingesprekstoon. Toen maar een mailtje gestuurd naar Cirque zelf. En toen was het wel best.

Na het zwemmen zijn we gaan eten bij Planet Hollywood. Bestelt Merel per ongeluk kipfilet met aardappelpuree en gekookte groenten. Ach wat keek ze sip. Hahaha (sorry meisje, maar het was gewoon erg grappig). Gelukkig lustte zij mijn Ceasar Salad wel, dus we hebben geruild. Ik vond het een verademing, weer eens “gewoon” eten. Zo waren we allebei blij.

Na het eten wilden we nog even langs de Disney store voor een Disney Toddler Doll, die ze al heel lang graag wil hebben. Dus weer een stuk lopen, was de winkel al dicht! Ondertussen was Theo kreupel van de pijn in z’n voeten en hadden een paar blaren mijn kievitsloopje ook behoorlijk aangetast, dus hebben we een taxi terug naar huis genomen.

Na een laatste duik in het zwembad zijn we doodmoe ons bedje in gerold.